Presenteren (spreken in the openbaar) is volgens onderzoek blijkbaar de grootste angst die de huidige mens kent. Blijkbaar liggen mensen liever zelf in de doodskist dan dat ze de grafrede moeten houden. Echter, presenteren kun je leren. Hier volgen 5 tips.
1. Vergeet je zenuwen
Iedereen is zenuwachtig voor presentatie. Dat zit in ons DNA. Onze natuurlijk reactie is om zich hier tegen te verzetten: “Ik ben niet zenuwachtig. Ik heb zelfvertrouwen. Ik kan het, stel je niet aan”. Dit werkt averechts. Het is veel makkelijker om gewoon aan jezelf toe te geven dat het spannend is en dat je de presentatie maar moet geven terwijl je gespannen bent. Vooral aangezien mensen vaak niet aan je kunnen zien dat je zenuwachtig bent, ook al denk je zelf van wel.
2. Leer niet uit je hoofd, maar weet wat je wil vertellen
Een grote fout is het om uit je hoofd te gaan leren wat je wilt vertellen. Dit komt zeer gemaakt over. Echter veel mensen zijn bang dat ze vergeten wat ze willen zeggen als ze er eenmaal staan. Dit kun je voorkomen door je materiaal goed te kennen. Verder moet je niet bang zijn om een keer een stilte te laten vallen. Dit geeft je tijd om na te denken en verhoogt de alertheid bij het publiek.
3. Vulwoorden
Probeer als je eh, presenteert ahum zoveel eh, je weet wel, woorden, als eh te voorkomen. Neem de tijd om je zin in je hoofd te formuleren en dan volledig uit te spreken, in plaats van 3 woorden te zeggen, eh, 3 woorden, eh, 3 woorden.
4. Film jezelf
Als je presenteert en zenuwachtig bent doe je vaak de raarste dingen, en omdat je gespannen bent heb je het zelf helemaal niet door. Een greep van rare makken die tijdens mijn laatste cursus presentatievaardigheden naar voren kwamen:
– Een meisje bleef wankelen van het ene been op het andere.
– Een andere probeerde met de ene hand de andere hand “uit te wringen” als een washandje.
– Een meisje viel compleet stil
– Een ander meisje vergat een zin, en probeerde die te herinneren. Toen dat niet lukte zei ze letterlijk: “ah k*t, godverdomme. (TIP: Het publiek heeft geen idee wat je wil gaan zitten, dus als je midden in een zin vergeet wat je wilde zeggen, begin over iets anders, het zal niemand opvallen.)
Bij mijzelf ben ik erachter gekomen dat ik soms met mijn rechterhand over mijn linkerschouder (Nooit andersom trouwens. Mijn linkerschouder is ook de schouder die ooit uit de kom was, misschien heeft het daarmee te maken?) “aai” als ik presenteer. Dat ziet er natuurlijk echt niet uit.
5. Oefen in het klein
Als je begint met zwemmen spring je ook niet gelijk in het diepe. Begin dus aan je presentatievaardigheden te werken door kleine stappen te nemen. Praat wat meer als je met vrienden of vriendinnen bent. Begint tegen mensen in de trein of bus te praten en verleg steeds een klein stukje je grens. Voor je het weet ben je een begenadigd spreker, want iedereen kan het leren. Succes!